• Het kabinet-Rutte 3 wil de vermogensheffing in box 3 radicaal aanpassen. Er moet een onderscheid komen tussen spaargeld en beleggingen.
  • Belastingbetalers krijgen nog steeds te maken met een fictief rendement, waarbij spaarders worden ontzien.
  • Beleggers gaan tot vier keer meer belasting betalen.
  • Financieel toezichthouder AFM waarschuwt het plan voor box 3 beleggers stimuleert om ‘onaanvaardbare’ risico’s te nemen.

Het kabinet-Rutte 3 wil de belasting op vermogen in box 3 grondig hervormen. Het nieuwe stelsel moet in 2022 ingaan. Dat pakt gunstig uit voor wie alleen spaargeld heeft, maar beleggers krijgen te maken met een belastingdruk die vier keer zo hoog kan uitpakken. Lees daar hier meer over.

In de praktijk zal dit erop neer komen dat het kabinet Rutte onder meer zelfstandige ondernemers en anderen die via box 3 pensioen willen opbouwen zwaar gaat benadelen. Zij worden gedwongen om te kiezen voor speciale fiscale constructies waar ook duidelijke nadelen aan kleven.

Financiële toezichthouder AFM heeft de plannen voor de hervorming van box 3 geanalyseerd en komt met zware kritiek.

Hervormingsplannen van het kabinet voor de belasting op spaargeld en beleggingen kunnen Nederlanders aanzetten tot het nemen van “onaanvaardbare” risico’s, waarschuwt de Autoriteit Financiële Markten (AFM) in een brief aan het ministerie van Financiën.

De AFM is vooral kritisch over de methode waarmee de fiscus belasting wil heffen over het gedeelte van het vermogen van Nederlanders dat daadwerkelijk wordt belegd. Nog altijd wordt daarbij gebruikgemaakt van een fictief rendement, terwijl de manier waarop particulieren hun geld beleggen sterk kan afwijken van het gemiddelde.

Hervorming box 3: kabinet stimuleert risicovol beleggen

De AFM vreest dat beleggers worden gestimuleerd om grote risico's te nemen, om belastingtechnisch toch geen geld te hoeven toeleggen. Zo steken ze hun geld mogelijk ook in producten waarop de AFM geen toezicht houdt, waarschuwt de marktwaakhond.

Business Insider heeft eerder een uitgebreide analyse gemaakt over deze risico's.

Voor beleggingen rekent het kabinet met een jaarlijks fictief rendement van 5,33 procent. Dit geldt voor alle soorten beleggingen, dus aandelen en obligaties.

Een gemiddeld rendement van 5 procent is op de langere termijn voor aandelen niet onrealistisch (als je de huidige beurscrash even negeert). Maar voor gemengde beleggingsportefeuilles met aandelen én vastrentende beleggingen is dit hoog gegrepen. Het kabinet rekent in ieder geval met een veel optimistischer rendement dan grote, professionele vermogensbeheerders voor de komende vijf tot tien jaar.

Om het fictieve rendement waarmee het kabinet werkt te halen, zouden beleggers een fors deel van hun vermogen in aandelen moeten steken, wat leidt tot fors hogere risico's op de korte termijn.

Lees meer over het belastingplan voor box 3: